Artikel in AD Rotterdam | 15 januari 2021

Gepubliceerd op 16 januari 2021 om 11:32

Wat er door haar heen ging, weet niemand. Als in een opwelling, momenten voor de trein vertrekt, geeft ze haar meest dierbare bezit, een portemonnee, af aan een man. Hij zorgt ervoor dat de portemonnee terechtkomt bij haar Rotterdamse buren.

 

Die buren, de familie Vaatstra aan de Vijverhofstraat, bewaren de portemonnee bijna 75 jaar lang. ,,Hij werd trouw van generatie op generatie overgedragen. Op het moment dat iemand te oud werd, was iemand anders in de familie aan de beurt", vertelt Paula Ouwens Nagell. Zij schreef een boek over de inhoud van de portemonnee.

De portemonnee kwam vier jaar geleden in het bezit van haar schoonmoeder. De vrouw van wie de portemonnee was, was haar tante. Het is een groot uitgevallen ding van zwart leer, 24 centimeter breed en zo'n 15 centimeter hoog.

Aan de zijkanten dreigt de portemonnee al een beetje uit elkaar te vallen. Dat is niet zo gek, want hij is bijna een eeuw oud. Je sluit hem af met een ouderwetse metalen druksluiting. Doe je hem open, dan zie je foto's, brieven, een kwitantie van de tandarts. Een gouden armbandje van schakeltjes in de vorm van de letter 'S'. Een broche, een begrafenispolis en een verdwaald muntje in de voering. Al driekwart eeuw beschermt die portemonnee het verhaal van het leven van Sara van Dam.

Versje

Een van de brieven bevat een versje van haar broer, gedateerd mei, 1931:

Lieve zus Saar, daar je heden verjaart, wil ik je van harte feliciteren. Want ik zou niet gaarne op deze heugelijke dag willen mankeren. Ik geloof dat je nu heden bent zestig en vijf, ik hoop dat je zal worden honderd en vijf.

Maar zo oud zal ze nooit worden. Sara is Joods. Ze wordt opgepakt op 27 februari 1943 en naar Loods 24 gebracht. Vandaar voert haar gedwongen reis naar kamp Westerbork. Niet veel later wordt ze op transport gezet.

,,Ze geeft haar portemonnee af aan een man van de Joodse Raad. Zij waren in Westerbork aanwezig om de mensen die afgevoerd werden nog enigszins begeleiding te geven", vertelt Ouwens Nagell.

Ze blijft er maar heel kort: ,,Ouderen werden direct op transport gezet naar de vernietigingskampen."

Zo ook Sara. Een week later, op 5 maart, wordt ze in Sobibor vermoord. Ze is dan 78 jaar. ,,Doordat dit tasje bewaard werd, kunnen we kennisnemen van haar leven. Ik heb haar weer een plek willen geven", vertelt ze.

De Zoetermeerse schreef het boek De Terugkeer van de Tasch over Sara en haar familie.

Ouwens Nagell: ,,Ik ontdekte dat een halfbroer van Sara in 1882 naar Berlijn verhuisd was. Hij had een kunst- en antiekhandel en schopte het tot hofleverancier. Vooral met haar broer Philippus had ze een hechte band. Ze bleef haar hele leven alleen; een Abraham Heijmans vraagt in een brief of hij verkering met haar mag hebben. Dat wordt afgewezen, want de familie bij wie ze inwoonde, vond haar verzorgende rol te belangrijk. De liefde is haar ontnomen."

Angstige momenten

Kende Sara ook momenten van angst? ,,Jazeker. Ze woonde ook een tijd in het Israëlitisch Oudeliedengesticht aan de Claes de Vrieselaan. In december 1942 had daar een enorm bombardement plaats. Alle woningen werden platgebombardeerd. Alleen het gesticht werd gespaard. Ze moet doodsangsten hebben uitgestaan."

Twee jaar werkte ze aan het boek en Sara kwam tot leven: ,,Ze was een heel krachtige vrouw. Zo kort voor haar dood had ze nog de tegenwoordigheid van geest om haar portemonnee, waar ze haar hele leven in bewaarde, uit handen te geven. Zij kwam niet meer terug, maar haar tasje uiteindelijk wel."

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.